Geld besteden om geld te verkrijgen

De ondernemende geest is Nederlanders niet vreemd en het aantal stichtingen in ons land stijgt ver uit boven dat van andere landen op de wereld. De overheid trekt zich steeds verder terug uit subsidiëring van onder andere de cultuur sector. Daarnaast vormde zij de bestaande structurele hulp (MFS) aan enkele grote doelen om tot projectsubsidies aan allianties rondom thema’s als water of hygiëne. Tel daarbij de tekorten in de zorg en het stijgend aantal social entrepreneurs op. Het is dus totaal niet vreemd dat er een zichtbare strijd is om geld van particulieren. Of het nu collecte aan de deur of het glazenhuis in december is.

Maar hoeveel kost het nu eigenlijk om geld binnen te krijgen? En hoe ontwikkelde zich dat de afgelopen jaren? Om deze vragen te beantwoorden is een analyse gemaakt op basis van jaarverslagen van ruim 250 stichtingen en verenigingen met ANBI status.

De belangrijkste conclusie zijn:

  • Totale inkomsten versus totale kosten staan in de verhouding ; // van deze kosten betreffen kosten voor het verwerven van inkomsten de rest van de kosten gaan naar bestuur, organisatie en administratie
  • Om €1.000,- particulier te verwerven wordt € 160,- geïnvesteerd.
  • Om €1.000 aan overheidssubsidies te verkrijgen wordt € 50,- geïnvesteerd.

Schets van het totaal

In de afgelopen vijf jaar is er een stijging van 7% in inkomsten (gewogen naar aantal betrokken organisaties). Daarbij zijn de kosten van Bestuur, beheer en administratie duidelijk gedaald (18%) en de kosten voor het verwerven van inkomsten met 8% gestegen. Dit betekend dat er meer middelen zijn vrijgekomen om te besteden aan de doelstelling van de organisaties. In onderstaande tabel is zichtbaar dat in praktijk de doelbesteding met 1% gedaald is. Dieper in de cijfers duikend komt naar voren dat het verschil (lagere kosten, hogere inkomsten en toch geen stijging in doelbesteding) terug te vinden is in hoger aangehouden reserves. Er is dus meer geld op de bank gezet om te reserveren voor de toekomst.

 

Tabel 1. Overzicht inkomsten en uitgaven.

 

 

Inzoomen: Eigen fondsenwerving

Binnen fondsenwerving wordt een onderscheid gemaakt tussen eigen fondsenwerving, gelden vanuit overheden en acties van derden. Andere vormen van inkomstenbronnen zijn bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden met andere organisaties en opbrengsten vanuit rente of beleggingen.

Eigen fondsenwerving bevat zowel de collectes, als grotere acties, donaties en nalatenschappen. De verhouding tussen de inkomsten uit eigen fondsenwerving en de kosten die daarmee gemoeid zijn stabiel (15-16%) in de afgelopen 5 jaar. Voor iedere euro die binnenkomt wordt €0,16 besteed aan de verwerving daarvan.

Tussen 2012 en 2016 zijn de inkomsten uit eigen fondsenwerving met 16% gestegen. Hierin hebben nalatenschappen een grote rol. De kosten van fondsenwerving zijn gedaald, echter hierin is een duidelijke variatie per jaar te zien. Over het algemeen zijn de helft van de totale kosten van de organisatie de kosten voor eigen fondsenwerving.

Tabel 2. Eigen fondsenwerving

Inzoomen: Subsidies van overheden

Subsidies van overheden betreffen zowel de landelijke als de provinciale als lokale subsidies. Het aantal organisaties dat subsidie ontvangt ligt veel lager dan het aantal organisaties dat aan eigen fondsenwerving doet (2016: 127 vs 257). Deze organisaties hebben in 2013 en 2014 het meeste geld gekregen en in 2016 is dit 17% hoger dan in 2012.

De verhouding tussen de inkomsten uit eigen fondsenwerving en de kosten die daarmee gemoeid zijn ligt in de afgelopen 5 jaar tussen 3% en 5%. Deze percentages liggen opvallend lager dan de percentages van de eigen fondsenwerving terwijl de totale inkomsten vanuit overheidssubsidies hoger liggen.

Tabel 3. Subsidies overheden